Werken aan betere zorg na de transities
03 mrt 19
De transities in de Wmo, Jeugdwet en de Participatiewet zijn zeer ingrijpend geweest. De bezuinigingen waarmee de decentralisaties gepaard gingen hebben gemeenten ertoe aangezet om sterk op kostenbeheersing in te zetten. Veel gemeenten investeerden in de toegang van 'het sociale domein' in een poging om de vraag te beheersen. Langzamerhand echter groeit de aandacht voor vragen over de optimalisering van de hulp en zorgverlening. Zo gaat het nu om de verbetering van de samenwerking tussen het sociaal domein en de gezondheidszorg, het realiseren van preventieve doelen en de juiste balans tussen decentrale toegang en de inzet van stedelijke en landelijke aanbieders.Het is in deze tijd voor gemeenten de kunst om zich vooral te laten leiden door zorginhoudelijke overwegingen en niet door gevestigde belangen. Kenmerkend voor een periode na een ingrijpende verandering is immers vaak eerder verkramptheid dan bereidheid tot verbetering.
Daarom is het nodig om eerst met de betrokkenen inzicht te krijgen in de hulpvragen en de passendheid van de antwoorden daarop. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want iedereen denkt vanuit de eigen positie en het eigen belang. Een aanpak is dan ook nodig die de zorgvraag door de bestaande posities heen bespreekbaar maakt en perspectief biedt op de gemeenschappelijke opgaven. Praktijkinterventies blijken daarin te voorzien.
In de bijlagen treft u onze sleutels voor een succesvolle decentralisatie aan.
Drie sleutels voor een effectieve transitie in de langdurige zorg